user_mobilelogo

Le

Périgord-Limousin

Bezienswaardigheden
Bellac Mortemart Oradour-sur-Glane Confolens Saint-Junien Château de Rochechouart Limoges Abbaye de Solignac Le Chalard Château de Jumilhac Saint-Jean-de-Cole Ségur-le-Château

Limoges (33 km - ± 35 minuten)

Limoges is de grootste stad van de Limousin en is de ideale stad voor een stedentrip of doorreis. Limoges heeft een groot historisch centrum met veel prachtige gebouwen uit verschillende periodes van de geschiedenis.
Daarnaast staat Limoges bekend als de Porseleinstad. Er worden dan ook prachtige porseleinen kunstwerken gecreëerd in de stad, Het is dan ook een aanrader om het Porseleinmuseum te bezoeken, waar je alles kunt leren over dit ambacht.

Een andere belangrijke bezienswaardigheid is de kerk Cathédrale de Saint-Etienne. Deze mooie kerk is er rijkelijk versierd van binnen en van buiten en is dus zeker de moeite waard. Daarnaast vind je er ook een prachtige botanische tuin, waar je helemaal tot rust kunt komen en lekker kunt wandelen.
Je moet ook zeker een paar uur door de straten van het centrum wandelen. Je vindt er veel leuke winkeltjes en restaurants en de straten worden gekenmerkt door middeleeuwse vakwerkhuizen. Daarnaast zijn er allerlei leuke pleinen, waarvan het Place de la Motte de bekendste en mooiste is.

Musée National Adrien Debouché

Het nationaal museum Adrien Dubouché in Limoges, opgericht in 1845, is sinds 2012 verbonden met de "Stad van Keramiek" Sèvres, waardoor hier de grootste collectie Limoges porselein ter wereld is ondergebracht. Hier zijn maar liefst 18 000 kunstwerken geregistreerd, waarvan er 5 000 permanent geëxposeerd worden. Tevens kunt u de verschillende etappes van de vervaardiging van porselein zien, en wordt de geschiedenis van aardewerk verteld, van de oudheid tot nu. Het ronde, doorgankelijke parcours zal zeker bij u in de smaak vallen, en eindigt met de afdeling gewijd aan Limoges porselein. Een bibliotheek, waarvan de verzameling oorspronkelijk bestemd was voor de studenten van de Nationale school voor Decoratieve kunst (École nationale des Arts Décoratifs) van Limoges, opgericht door Adrien Dubouché, en ook een documentatiecentrum zijn toegankelijk voor algemeen publiek. Met de tijdelijke exposities van internationale klasse, en de activiteiten die het hele jaar door georganiseerd worden valt er altijd wel wat te beleven in het museum! Het beroemde porselein van Limoges, wereldwijd bekend om zijn kwaliteit en finesse, werd geboren in de 18e eeuw met de ontdekking van de kaolin in Saint-Yrieix-la-Perche. Dit materiaal met een grote witheid en onontbeerlijk voor het vervaardigen van hard porselein, zorgde voor de opstart van de ambachtelijke porseleinindustrie in de Haute-Vienne. Tegenwoordig zetten verscheidene fabrieken deze grootse, artistieke traditie door.

Château de Rochechouart (12 km - ± 15 minuten)

Château de Rochechouart is een mooi 13e eeuws kasteel, gelegen in het Parc Naturel Régional Périgord-Limousin. Het kasteel werd altijd bewoond door de invloedrijke familie Rochechouart en is tegenwoordig opengesteld voor publiek. Bij een bezoek aan het kasteel kun je een rondleiding krijgen en is het mogelijk om de verschillende vertrekken met de bijzondere meubels, te bewonderen. Daarnaast vind je er het Museum van de Moderne kunst, waar je veel mooie kunstwerken kunt bewonderen. In het kasteel worden het hele jaar door leuke evenementen gehouden en je kunt er heerlijk wandelen door de groene tuinen.

Ségur-le-Château (60 km - ± 1 uur)

Ségur-le-Château is een historisch gezellig stadje aan de oever van de rivier de Auvézère.
Het stadje ligt in een mooi groen gebied tussen de twee natuurparken van de limousin in. In de omgeving kun je heerlijk wandelen en de ruïne van de burcht van de stad ligt op een heuvel, waar je een prachtig uitzicht hebt.
De burcht is in de 12e eeuw gebouwd en kwam tot bloei toen er in de 15e eeuw een gerechtshof werd gevestigd.
De stad werd steeds populairder onder rijke families en zij bouwden grote herenhuizen die stammen uit de 15e, 16e en 17e eeuw.
Deze mooie herenhuizen staan er nog steeds en kun je dus bewonderen. Het is dan ook zeker de moeite waard om een paar uur door de stad te wandelen en de gezellige straatjes en pleinen te verkennen.

Mortemart (35 km - ± 40 minuten)

Mortemart is een prachtig dorpje in de Limousin en is een echt klooster dorp. Zo werden er in de middeleeuwen drie verschillende kloosters gebouwd, eentje door de orde van de karmelieten, eentje door de augustijnen en eentje door de kartuizer monniken. Tegenwoordig zijn er nog maar twee van die kloosters over maar ze zijn allebei zeer de moeite waard. Je kunt er van alles leren over het klooster bestaan en de geschiedenis van het stadje.
Daarnaast worden er in en om de klooster allerlei leuke markten en tentoonstellingen gehouden. Je vindt er een paar mooie kerken die van binnen en van buiten versierd zijn en die je zeker moet bezoeken.
Het stadje zelf is ook erg mooi en je kunt er lekker wandelen door de pittoreske straatjes en langs de gezellige pleinen.

Saint-Jean-de-Côle (52 km - ± 45 minuten)

Omdat de kerk lange tijd geen parochiekerk maar kerk van de priorij was, ligt de oorspronkelijke ingang van de kerk niet in de richting van het dorp maar de andere kant op.
En waarom de markthal direct tegen de kerk aangebouwd werd is een raadsel, maar er doet een anekdote de ronde dat dit eeuwen geleden door de dorpelingen en de burgemeester uit rancune richting een priester gedaan zou zijn.
Dat de drie groepen (kasteel, monniken en dorpelingen) toch wat moeite leken te hebben om een heel goede verstandhouding op te bouwen blijkt wel uit de ligging. Het kasteel staat wat los van de rest van het dorp, net als de voormalige abdijgebouwen.
Ze konden niet zonder elkaar, maar eigenlijk ook niet goed met, zo lijkt de boodschap die het dorp uitstraalt.
Heel groot is Saint-Jean-de-Côle niet.
Dat succes had een aantrekkingskracht, rondom het kasteel en het kleine klooster ontstond dan ook een groeiende nederzetting. Dat stokte abrupt toen de Engelsen in 1394 het kasteel en de religieuze gebouwen verwoestten. Als je door het dorp loopt krijg je wel vanzelf iets mee van de turbulente geschiedenis. 
Zo merk je bijvoorbeeld op dat het kerkje wat bijzonder staat gepositioneerd ten opzichte van het centrale plein, en dat er een markthal direct tegenaan is gebouwd.
Omdat de kerk lange tijd geen parochiekerk maar kerk van de priorij was, ligt de oorspronkelijke ingang van de kerk niet in de richting van het dorp maar de andere kant op.
En waarom de markthal direct tegen de kerk aangebouwd werd is een raadsel, maar er doet een anekdote de ronde dat dit eeuwen geleden door de dorpelingen en de burgemeester uit rancune richting een priester gedaan zou zijn.
Dat de drie groepen (kasteel, monniken en dorpelingen) toch wat moeite leken te hebben om een heel goede verstandhouding op te bouwen blijkt wel uit de ligging. Het kasteel staat wat los van de rest van het dorp, net als de voormalige abdijgebouwen.
Ze konden niet zonder elkaar, maar eigenlijk ook niet goed met, zo lijkt de boodschap die het dorp uitstraalt.
Heel groot is Saint-Jean-de-Côle niet.

Bellac (50 km - ± 45 minuten)

De geschiedenis van Bellac, in het departement Haute-Vienne, gaat terug naar de 10e eeuw. In die tijd ontwikkelde de stad zich rond zijn kasteel, waar niets meer van over is. Maar Bellac heeft wel sporen uit zijn verleden weten te bewaren met zijn hooggelegen huizen en sfeervolle straatjes. Ga erop uit om zijn geschiedenis te ontdekken over de wandelroute met de vele informatieborden, die door dit sfeervolle plaatsje gaat. Zo komt u een bijzonder interessant religieus en ambachtelijk erfgoed tegen. Laten we beginnen met de OLV kerk van Bellac, gedateerd uit de 12e eeuw, die de oudste reliekschrijn van Limousin bezit. Ook noemenswaardig is de OLV Lorette kapel, waarvan de pijl van de klokkentoren wel 25 meter hoog is. Tijdens de wandeling zal de huidendroger zeker uw aandacht trekken; een overblijfsel van vroegere leerlooierij-activiteiten. De postkoetsweg (chemin des diligences) neemt u mee naar de oevers van de Vincou, de rivier die door het plaatsje stroomt, langs de kant die Jean de la Fontaine zou hebben geïnspireerd voor zijn fabel 'De koets en de Vlieg'. Vergeet ook niet de historische brug "Pont de la Pierre" over de rivier te nemen; dit is één van de oudste middeleeuwse bruggen van Frankrijk. Deze ezelsrugbrug met 4 bogen werd in de middeleeuwen gebruikt als handelsweg. Jean Giraudoux is hier geboren, en zijn geboortehuis is opengesteld voor publiek. Mocht u een kijkje gaan nemen, dan kunt de vele documenten en souvenirs van de schrijver bezichtigen. 

Confolens (42 km - ± 45 minuten)

De middeleeuwse stad Confolens ligt aan de samenloop van de Vienne en de Goire.
Het is een harmonieus geheel met haar Oude Brug uit de 12e eeuw, de mooie huizen langs de Vienne en de Saint-Maximekerk met haar gotische klokketoren.

Gelegen ten noordoosten van de Charente, aan de samenvloeiing van de Vienne en Goire, Confolens, met zijn donjon, Romaanse kerken, de overblijfselen van de vestingwerken, toont de rol die het had in de Middeleeuwen. Confolens genoot van een welvaart als gevolg van de activiteit van de leerlooierijen.

Aan beide zijden van Old Bridge zestig vakwerkhuizen en vele woningen getuigen van die tijd.

Abdij van Solignac (30 km - ± half uur)

In het hart van Limousin, in Haute-Vienne, vertelt de abdij van Solignac haar woelige geschiedenis. Het is allemaal begonnen met haar oprichting door Sint Eligius in 632, toen het leven van de monniken nog bestond uit bidden en zilver bewerken.

Maar vanaf de 8e eeuw volgden plunderingen elkaar op; eerst de Saracenen, vervolgens de Normandiërs. Pas in de 10e eeuw vond de abdij weer wat rust. De bouw van een romaanse kerk in de 12e eeuw gaf de abdij weer wat glans.



Bewonder de beuk met drie traveeën, brede platte steunberen en zuilen die tot het dak reiken. Binnen zijn er koepels te zien, kapitelen versierd met beeldhouwwerken en schitterende gebeeldhouwde koorgestoelte.

Vanaf deze periode werd de abdij van Solignac een van de belangrijkste en machtigste religieuze bouwwerken in de streek. Onder bescherming van de koning, en door haar vele bezittingen had ze de leiding over een groot aantal kerken, en bezat veel grond.

Saint-Junien (17 km - ± 1 kwartier)

De stad Saint-Junien, gelegen in de Viennevallei, bekend om haar looierij van schapen- en geitenvellen, bezit een prachtige romaanse collegiale in granietsteen. Dit religieuze gebouw uit de 11e, 12e en 13e eeuw bezit de bijzonderheid dat het het verfijnd gebeeldhouwde grafmonument van Saint-Junien bevat, oude muurfresco's en ook een Graflegging uit de 16e eeuw.

Château de Jumilhac (40 km - ± 45 minuten)

Het kasteel van Jumilhac maakte deel uit van een verdedigingslinie van de 12e eeuw – niet alleen van nut in de honderdjarige oorlog , maar ook tegen aanvallen van stammengroepen als de Sarrasijnen, de Wisigothen, Normandiers en Engelen.

In de eeuwen daarop volgend werd het goed onderhouden en iedere keer aangepast aan de eisen van de tijd. Het kasteel dat u vandaag kunt zien kent de laatste aanpassingen – die uit de 17e eeuw. Het dakenstelsel is bijzonder en maken van Jumilhac de zwarte parel van de Perigord.
In die tijd heeft voorals de Markies van Jumilhac de moeite genomen om zijn kasteel de grandeur en uitstraling te geven die het vandaag de dag kenmerkt. Mooie grote ontvangstzaal met een prachtige parketvloer en schilderingen, tuinen – het vindt in deze tijd zijn oorsprong.

Naast de gewone kasteelinrichting kent het kasteel van Jumilhac natuurlijk ook het musee de l’or, het goudmuseum.

Loading...

Le Chalard (35 km - ± half uur)

Het charmante middeleeuwse dorp Le Chalard bezit een magnifieke romaanse kerk uit de 11e eeuw. Dit gebouw, versterkt tijdens de Honderdjarige Oorlog, bevat mooie, gebeeldhouwde kapitelen net als het grafmonument van Saint Geoffroy, de stichter van deze kerk. Aan de voet van de koorafsluiting van deze kerk strekt zich een middeleeuws kerkhof uit, het Monnikenkerkhof, met veertig graven uit de 12e eeuw.

Oradour-sur-Glane (25 km - ± half uur)

Het dorpje Oradour-sur-Glane in Haute-Vienne is op gruwelijke wijze bekend geworden door het bloedbad van 10 juni 1944.

Dit vredige dorp werd in de middag door 200 soldaten van de 2de SS pantserdivisie ‘Das Reich’ omsingeld. Wat een gewone identiteitscontrole moest zijn, veranderde in een wreed bloedbad. Mannen, vrouwen en kinderen werden met koelbloedige efficiëntie doodgeschoten en verbrand.
In totaal zouden de nazi's 642 mensen, waarvan 207 kinderen vermoord hebben.

Oradour sur Glane

Oradour-sur-Glane, symbool van de nazi-barbarij en herdenkingslocatie, is sinds deze dag als bevroren in de tijd. Tijdens een bezoek zullen de verbrande auto's en huizen u een idee geven van de omvang van het bloedbad. Lees de verschillende gedenkplaten die te vinden zijn in de hoofdweg naar het marktplein. In de buurt van het dorp biedt het ondergrondse herdenkingscentrum een overzicht van de nazigeschiedenis, van zijn opkomst tot deze tragische dag, met een tentoonstelling die uitnodigt tot nadenken over vrede en mensenrechten.

Om de dorpsbewoners te eren, probeert het Centrum sinds 2014 de gesneuvelden een gezicht te geven, en die te laten graveren. Tot nu toe zijn er meer dan 500 teruggevonden.

Bekijk hier de geschiedenis:

Loading...